Activiteiten bij dementie
Activiteiten bij dementie
Dementie en activiteiten, dat blijkt soms nog iets lastigs te zijn. Zelf heb ik in de activiteitenbegeleiding gewerkt in een verpleeghuis en een woonzorgcentrum waar mensen woonden met dementie. Activiteiten voor mensen met dementie worden nog te vaak gezien als: ‘de activiteitenbegeleiding? Dat is toch een beetje gezellig knippen en plakken?’ Dit doet geen recht aan de vierjarige beroepsopleiding die ik heb gedaan om mijzelf sociaal agogisch werker te mogen noemen, ook wel gespecificeerd als begeleider specifieke doelgroepen. Mensen met dementie zijn zeker een specifieke doelgroep.
Activiteiten worden bijna altijd ingezet om een ander, achterliggend doel te bereiken. Deze doelen kunnen bestaan uit ontspanning, het bieden van een plezierige ervaring of het verzorgen van een dagritme. Gewoon iets leuks doen met mijn oma wordt steeds lastiger en ingewikkelder. In mijn blog over decorumverlies schrijf ik dat zelfs gezellig op het terras zitten niet meer zo vanzelfsprekend is, terwijl het zo’n eenvoudige activiteit lijkt.
Waar dienen activiteiten toe bij dementie?
Mensen met dementie krijgen steeds meer moeite met het starten van activiteiten. Maar ook deelnemen eraan en ze voltooien wordt lastiger. Geheugenverlies en verwarring zorgen ervoor dat ze niet meer weten hoe dagelijkse dingen aangepakt moeten worden. Regelmatig bezig zijn houdt de hersenen actief en het lichaam gezond, dus zorgen we voor stimulatie van de hersenen. Maar ook zingeving is belangrijk. Activiteiten dienen ook om het gevoel van eigenwaarde te behouden en plezier te beleven. Ze bieden structuur aan de dag en afleiding van de chaos in het hoofd.
Bij de activiteiten gaat het niet om de prestatie, maar om de uitdaging. Maak het niet te moeilijk, maar zeker niet te makkelijk. Te makkelijk biedt geen uitdaging en kan het gevoel geven dat iemand zich als een kind behandeld voelt.
Samenwerken met de zorg
Eerder schreef ik dat ik in gesprek ben geweest met de teamleider van de afdeling waar mijn oma woont. In dit gesprek heb ik aangegeven dat ik graag meer betrokken zou willen worden door het personeel, om de zorg voor oma te organiseren vanuit samenwerking. Ik merk dat dit nogal buiten het kader lijkt te zijn gedacht. Hij vraagt mij waar ik aan denk; ik noem het koken als voorbeeld. Maar ook het bakken van een appeltaart, meegaan op uitstapjes, en wandelen met bewoners. Ik wil graag helpen.
Ook merk ik dat deze samenwerking niet echt van de grond wil komen. Veel van wat ik vraag of communiceer blijft ergens hangen en komt niet goed door. Ook het samenwerken in het organiseren van activiteiten komt maar niet van de grond. Mij wordt beloofd dat er in een teamoverleg zal worden besproken hoe familie een rol kan spelen. Maar de terugkoppeling hierop blijft uit. Als ik er later op terugkom, wordt er gesproken over de ‘feestcommissie’ die bestaat op de afdeling waar oma woont. De belofte wordt gedaan dat ik in contact zal worden gebracht met deze commissie, maar het is opnieuw een loze belofte, en drie maanden later ben ik nog steeds niet in contact gebracht.
Omdat de wet van Murphy lijkt te blijven gelden en ik het wachten beu ben, laat ik de wens om ook iets op de afdeling te kunnen betekenen los en focus ik me alleen nog op oma. Ze gaat bijna verhuizen naar de nieuwe huiskamer, en ik hoop dat alles daar soepeler zal verlopen.
Activiteit: logeren
Het logeren van oma bij mij was zo’n fijn moment. Lekker samen in onze eigen bubbel. Ze heeft toen heerlijk ontspannen geschilderd. Het eindresultaat (twee beschilderde flessen) ging mee terug naar het verpleeghuis. De dames in haar (bijna) nieuwe huiskamer vinden de flessen helemaal fantastisch.
Toen ik later die week bij oma kwam, vertelde ze me dat ze zoiets leuks had gemaakt. Ze wilde het me laten zien. Oma kwam terug met de twee flessen. Ze had geen idee dat ze die samen met mij had gemaakt. Wat is blijven hangen, is een fijne, prettige emotie die ze met de flessen associeert. Het doet pijn en tegelijkertijd probeer ik het als een compliment te zien.
Schilderactiviteit in de huiskamer
De dames reageren weer net zo enthousiast; ze willen dat ook doen. Nou, dan gaan we dat toch doen, zeg ik spontaan. De zorgmedewerker van de nieuwe huiskamer die erbij zit, reageert enthousiast: “Ja, dat moet je doen.” We spreken af wanneer ik kom; niet aankomende vrijdag, maar de vrijdag erop. Eerst moeten we oma nog verhuizen naar deze nieuwe huiskamer. De bewuste vrijdag dat ik kom schilderen, is niemand op de hoogte. De dames zijn allemaal de deur uit, enkel mijn oma tref ik aan.
Nu kan ik hierover gaan balen, maar uiteindelijk ben ik er voor oma. Dus begin ik maar gewoon met de tafel bedekken met kranten en lege flessen op de tafel te zetten. Potjes water, keukenrol, kwasten en uiteindelijk de verf. Oma gaat enthousiast aan de slag en de tafel loopt vanzelf vol met de dames die eerder zo enthousiast waren en nog andere bewoners. We hebben een leuke ochtend. Ik voel me echt weer de activiteitenbegeleider die ik ooit was. Het voelt wel oké, vertrouwd. Het werken met mensen, het schilderen, het doen van een activiteit. Het gaat me gemakkelijk af. Gemakkelijker dan het één op één contact met mijn oma.
Reuring in de huiskamer
Nadeel is dat als je reuring veroorzaakt, prikkels in het zien en horen afgeeft, dan trekt dat aan. Ik activeer impulsen bij bewoners die niet meer kunnen schilderen; ze herkennen de kwast niet als een kwast en begrijpen de opdracht niet. Toch zet ik ze erbij, geef ze een stoel, aandacht en een warm welkom. Ik haal het verfwater uit hun bereik, zodat ze dit niet kunnen opdrinken. Ik geef ze een kwast, die houden ze vast, er gebeurt verder niet veel. Dat levert reacties op van de dames die het schilderen nog wel begrijpen. De verschillende fases van dementie. Zelf blijf ik uit de weerstand en uit het ‘zo hoort het’. Laat maar gaan, denk ik, laat het allemaal maar ontstaan zolang het veilig blijft.
De dames die nog mondig zijn, gedragen zich ook mondig. Er zijn veel reacties op elkaar, voornamelijk negatief en gericht op de bewoners die de activiteit niet meer begrijpen. Maar ook dat ze zelf hulp nodig hebben. En liever nu dan over twee minuten. “Lieve dames,” begin ik, “jullie zijn met z’n zessen en ik ben in mijn eentje. Ik maak een rondje om de tafel en ik kom vanzelf weer bij je terug.” Ik blijf het herhalen, herhalen, herhalen. Wat een geduld toon ik toch, maar dat heb ik helemaal niet.
Activiteitenbegeleider
Ik ben nu helemaal niet de activiteiten begeleider. Ik ben een kleindochter die in haar eentje bezig is met minstens zes bewoners en alle andere bewoners die aan komen lopen. Er komt geen hulp vanuit het personeel, ik sta het alleen te doen. En dat vind ik jammer.
In de tijd dat ik bij de activiteiten begeleiding werkte zorgde we ervoor dat de activiteiten ondersteund werden, door één activiteitenbegeleider en vrijwilligers of een huiskamer medewerker. Om de aandacht te verdelen en de juiste hulp te kunnen bieden. Want als de dagelijkse activiteiten al niet meer zo vanzelfsprekend zijn voor mensen met dementie, dan is een creatieve activiteit zoals een fles beschilderen helemaal een uitdaging.
Lunchen
Na de activiteit willen de dames allemaal dat ik blijf voor de lunch. Dat is voor mij zo’n ongemakkelijk moment. De woonassistentes dekken de tafels en vragen niet of ik mee wil eten. Ik krijg geen bord voor mijn neus. En erom vragen of mezelf uitnodigen, dat doe ik niet zo snel. Het is het thuis van deze dames, hun huiskamer. Maar is het wel aan hen om mij uit te nodigen voor de lunch? Of is dat aan de woonassistentes?
Maar net zoals de dames zojuist met hun reacties op elkaar tijdens het schilderen behoorlijk uitgesproken waren, gebeurt nu hetzelfde. Ze blijven net zolang roepen en om aandacht vragen totdat een van de woonassistentes me vraagt of ik wil mee-eten. Op dat moment voel ik me zo bezwaard en ongemakkelijk dat ik antwoord: “Nou eh, volgens mij hebben jullie daar geen rekening mee gehouden, dus er is waarschijnlijk niet genoeg eten. Laat maar, ik eet thuis wel iets.” Wat ertoe leidt dat ik het pasteitje van een van de dames onder mijn neus krijg, met de mededeling dat ze dat toch niet lekker vindt en liever soep eet. De boodschap is duidelijk: ik eet mee, dus besluit ik maar dat ik blijf voor de lunch.
Het nut van activiteiten bij dementie
Grappig hoe blij deze dames zijn met een beetje aandacht en iets om te doen. Maar ook hoe graag ze dan iets willen terugdoen en hoe weinig mogelijkheden ze daarvoor nog hebben. Het draait om zinvol bezig zijn, maar ook om iets te kunnen betekenen voor een ander. Simpele basisbehoeften die ieder mens heeft.
Mijn oma is ook echt een gever, altijd al geweest. Nu beheert ze haar geld niet meer zelf en in combinatie met het verlies van vaardigheden door de dementie is iets geven lastiger geworden. Dus geeft ze haar knutselwerkjes weg. Ik heb hier al een houten plaat beplakt met takjes en een oogje erop. Samen hebben we hem op vele verschillende manieren bekeken om erachter te komen wat het nu eigenlijk was. We hadden allebei geen idee. Oma wist het niet meer en ik zag het niet. Uiteindelijk zei ze dat het een vogel was, en met een beetje fantasie kon ik de vogel erin zien. Weken heb ik naar de vogel gekeken. Toen ik de houten plaat een kwart slag draaide bleek het een eekhoorn te zijn.
Verder heb ik schilderijen, een winterpopje van een dennenappel en een getekend hoofd waarvan de haren zijn beplakt met knopen. Die laatste is eigenlijk voor mijn zusje, want die werkt als kapster. Oma geeft graag, maar als je dementie hebt, is iets kunnen geven ook niet meer zo vanzelfsprekend.
Blog Oma vanNoes
Wat leuk dat je mijn blog gevonden hebt! Ik ben met dit blog gestart om meer bewustzijn rondom het leven met dementie te creëren. Voor mijn oma is het belangrijk om haar zelfstandigheid en regie te kunnen behouden. Sinds oma in het verpleeghuis woont lijkt dit een grotere uitdaging te zijn geworden. Voor oma zelf, maar ook voor ons als betrokken familie. In mijn blogs ga ik in op gebeurtenissen, de bijhorende emoties maar ook wet- en regelgeving. Want hoe is de dementiezorg nu eigenlijk geregeld in Nederland? En waarom doen wij met elkaar wat wij doen? Wil je meer over mij te weten komen? Op deze pagina stel ik mijzelf voor. Meer over mijn redenen om te schrijven en over mijn oma zelf vindt je hier.
2 reacties op “Activiteiten bij dementie”
Hoi Anoeska, ik ben weer eens je Blogs aan het lezen en dan valt mij toch weer op dat je dit schrijven echt van uit je hart doet! Top jou actie’s de bewoners en Oma helpen, op de manier die echt waardevol is. Je hoeft jou niets te leren, dat ga ik ook niet doen en ik ga ook niet vertellen dat de tijd stil staat in de wereld van bewoners, doordat je in een verpleeghuis bent gaan wonen. Maar wat ik wel graag zou willen is, dat de intentie van jou verhalen begrepen worden, en dat daar uit geleerd kan worden.
Dit wilde ik toch nog even kwijt, ThanksHi Joop, ik wil niet het zeurende familielid zijn, omdat ik ook heel goed snap hoe het is om te werken in een het verpleeghuis. Dus ik snap goed wat je bedoeld, over het begrijpen van mijn intentie. Ik worstel ook regelmatig met het kiezen van mijn woorden wanneer ik schrijf. Ik leer het verpleeghuis als omgeving wel op een andere manier kennen nu het om mijn eigen familielid gaat. Een leerzame ervaring die veel emoties met zich mee brengt. Bedankt voor je reactie! Liefs, Anoeshka
Geef een reactie